Gelukkige en tevreden mensen moeten wij met de lamp gaan zoeken, doch als wij ze vinden, is het in de boerenstand.
Ik ben maar een boerke Eenvoudig van hart; Mijn denken is simpel Mijn handen zijn zwart. Mijn woorden zijn karig. Mijn doen is gewoon, Mijn leven is hard, maar Mijn leven is schoon.
Ik weet van te werken, Mijn zweet is niet duur; De vrucht van mijn arbeid Is kostbaar en puur. IK hou van mijn vrouwke Lieftallig en rond; Ik hou van mijn vee en Ik hou van mijn grond.
Ik ben maar een boerke, Doch mild is mijn hart, Al zijn dan mijn handen Ook eeltig en zwart Ik zwoeg op mijn akker En vind daar mijn loon; Dit leven is hard, maar Dit leven is schoon ! 1938 G.R.Kroes.