Onze boeren hebben heel veel met hun medeburgers op, zij verkopen hen de kropsla voor een stuivertje tien krop. Zij verkopen hen de peultjes en komkommers voor een prik, Ja, ze zorgen economisch voor des medeburgers bik !
Als je op de groetenmarkt bent vliegt het fruit je om je kop en je koopt een heele wagen vol met groenten voor een pop. Er bestaat geen concurrentie als dat was,dan ging het zóó : Elke boer gaf je gewoonweg heel den rommel maar cadeau.
En dat kan zoo ’n boer wel doen, wijl men hem toch zitten laat, met zijn piepers en zijn groenten in ons vrijgevochten staat. Want inplaats van flink te koopen van den Nederlandschen boer, koopt men buitenlandsche import en draait onzen boer een loer.
Zesmaal in de week spinatie, ouwe piepers, water- jus is der boeren evangelie, is hun dagelijksch menu. Van de doodgereden kippen, kookt ie ’s Zondags soepje van, en wat nu de rest nog aangaat : Zijn bankier is . . . . . Oome Jan !